Zwemmen in zee, wat zijn de gevaren?

Auteur van volgend artikel is Daphne Buter, schrijfster. U kan het artikel ook terugvinden op natuur.info.nu.
Daphne heeft zelf een bijna-verdrinking ervaren. Deze ervaring, een risicovolle toestand waarin haar dochter in zee terecht kwam en twee verdrinkingen waarvan zij getuige was,  hebben haar ertoe aangezet zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de risico's van zwemmen in zee. Op deze manier hoopt zij dat anderen de nodige lessen hieruit trekken en zich bewust worden van de risico's van zwemmen in zee.

Het artikel wordt hier met toestemming van de auteur integraal overgenomen. Hou er rekening mee dat dit artikel geschreven is vanuit Nederlands oogpunt, wat betekent dat de signalisatievlaggen aan de Belgische kust er iets anders uit zien. Over de signalisatie aan de Belgische kust vind je meer informatie op https://www.ikwv.be/signalisatie.


In zee zwemmen is heerlijk als het in de zomer warm is. De zee is echter een water waarin je gemakkelijk kunt verdrinken of onderkoeld kunt raken. Berucht zijn muien, onderkoeling, afdrijven met zwemband of luchtmatras, en hoge golven. Jaarlijks verdrinken er helaas nog altijd mensen in zee. Ook in Nederland. Zwemmen in zee, wat zijn de gevaren?

In de maand augustus is de zee gevaarlijker dan andere maanden, omdat de stand van de zon en de maan dan voor extra sterke stromingen zorgt. Bij Zuidwestenwind en Noordoostenwind, worden de getijstromen nog eens versterkt. Bij wind vanaf land (aflandige wind) bestaat het gevaar om met luchtbedden, zwembanden en rubberbootjes en overige drijfmiddelen, af te drijven naar zee. Als je ergens op drijft heb je niet door hoe diep je zit en je zal bij bepaalde wind heel snel in diep water bevinden. Het is dan heel moeilijk om weer terug naar het strand te komen. Hoewel de zee in augustus extra gevaarlijk is, is de zee nooit een veilig water om in te zwemmen. Zwemmen in de zee is niet te vergelijken met zwemmen in een zwembad of in een meertje. De zee verandert immers onder invloed van eb en vloed, en onder invloed van wind. Het ene moment zijn er stromingen en het volgende moment hoge golven. Ook bij een rustige zee kunnen er gevaren zijn, zoals diepe geulen in de bodem of temperatuurverschillen en onderstromingen, en natuurlijk het gevaar om af te drijven naar open zee bij wind vanaf land.


Niet diep de zee in

Het is om te beginnen heel belangrijk dat zwemmers nooit te diep de zee in gaan. Ook niet voor eventjes. De zee is geen veilig water om diep in te zwemmen. Zorg dat je altijd bodem onder je voeten voelt en ga in elk geval nooit dieper dan tot aan de heupen het water in. Leer kinderen ook dat ze nooit diep in zee mogen en laat kinderen niet alleen in zee zwemmen of spelen. Kinderen zijn niet veilig als ze zonder begeleiding de zee in gaan. Golven kunnen kinderen gemakkelijk omgooien en stroming kan ze naar dieper water trekken. Ook voorwerpen die drijven, zoals luchtmatrassen en zwembanden, zorgen er voor dat een kind gemakkelijk afdrijft. Blijf dus bij de kinderen en ga niet te diep de zee in.


Stromingen in zee

Als er stromingen zijn en/of (sterke) golven dan moet men extra alert zijn. Kom je in een stroming terecht die te sterk is dan kan het een mui zijn. In dat geval kan je het beste mee stromen met de stroming, en dan zodra het weer kan, zijwaarts terug zwemmen naar de kust. Zwemmers die in een mui terechtkomen raken vaak in paniek en proberen tevergeefs uit de stroming los te komen. Dit is uitputtend en gevaarlijk als het niet lukt. Gewone sterke stromingen kunnen zwemmers ook meetrekken en uitputten. Mede daarom is het belangrijk nooit in je eentje te gaan zwemmen en nooit in diep water. Neem geen risico en ga niet dieper dan tot aan je heupen.


Afkoeling

De temperatuur van het water vormt een extra risico, daardoor kan het lichaam snel afkoelen, soms zonder dat je er erg in hebt. Dit kan onverwachts kramp in ledematen veroorzaken en/of onderkoeling. Kramp kan geheel onverwachts komen opzetten en onderkoeling gaat vaak ook ongemerkt. Terug naar het strand of naar het ondiepe zwemmen, kan met kramp onmogelijk blijken te zijn, met alle gevolgen van dien.


Tips van reddingbrigade:

  • Blijf uit de buurt van golfbrekers (zoals dijken, palen, wanden, pieren). Minimaal 30 meter of meer afstand houden.
  • Ga niet dieper de zee in dan tot aan je heupen en neem deze regel serieus.
  • Laat kinderen niet zonder toezicht in zee.
  • Ga nooit alleen zwemmen.
  • Bij stroming waar je niet uit kunt komen: Zwem er niet tegenin maar zwem met de stroming mee en probeer even later schuin terug naar het strand te zwemmen.
  • Als je gebruik maakt van zwembanden of luchtmatrassen, hou dan scherp rekening met gevaar voor afdrijven. Gebruik bij wind vanaf land helemaal geen drijfmiddelen.
  • Oriënteer je op een bepaald punt op het strand zodat je kunt zien of je bent afgedreven.
  • Om te voorkomen dat kinderen kwijtraken: Schrijf je 06 nummer van je mobiel op een bandje om hun arm of op hun hand. De reddingsbrigade of anderen kunnen je dan bellen als ze daarheen gebracht zijn.
  • Let op de waarschuwingsvlaggen en neem ze serieus.


Muien, wat zijn dat?

Muien zijn geulen in de bodem, tussen zandbanken in, waar de stroming van de zee al snel te sterk is om tegenin te zwemmen. Een mui ontstaat vooral bij afnemend water, als het dalende water terugstroomt naar zee via de mui, tussen zandbanken in. De zee heeft vele zandbanken langs de Nederlandse kust. Zandbanken liggen hoger dan de rest van de bodem. Het zeewater zakt bij afnemend water en stroomt dan dus terug naar zee tussen de zandbanken door. Tussen zandbanken in wordt de stroming dan zo sterk dat zwemmers kunnen worden meegetrokken door de muien. Dit komt vaker voor dan je misschien denkt. De muien zijn lang niet altijd te zien omdat de zandbanken onder water kunnen liggen, dat maakt het gevaar nog groter. De muien staan haaks op de kust. Als een zwemmer in een mui terechtkomt, is de stroming dikwijls zo sterk dat de zwemmer niet uit de kracht van de mui kan komen. Doordat de zwemmer wel probeert om uit de greep van die stroming te komen, raakt de zwemmer uitgeput. Door de sterke stroming is er vaak ook paniek en loopt men helaas kans om te verdrinken. Een zwemmer kan tientallen meters met de mui worden meegesleurd terwijl eruit zwemmen niet lukt. Iemand die in een mui terechtkomt en er niet uit kan komen, wordt aangeraden om mee te zwemmen met de stroming van de mui (dus er niet tegenin zwemmen) een stuk de zee in. De stroming neemt verderop vanzelf af omdat de zwemmer verder van de grote zuigkracht van de mui verwijderd wordt. Zodra de stroming afneemt kan de zwemmer schuin (!) naar de kust terug proberen te zwemmen (schuin van de mui af om te voorkomen weer in de mui terecht te komen). Zwem met de golven mee en niet tegen golven in. Zoek ondiep water in de buurt van zandbanken op om terug naar het strand te komen.


Ondiep water herkennen

Ondiep water is te herkennen aan brekende golven en schuimend water. Lukt het niet om terug naar de waterkant te komen, probeer dan met je armen te zwaaien en aandacht van mensen te krijgen. Als je bodem onder je voeten voelt, is dat al een heel gunstig teken. Probeer rustig te blijven, rustig te zwemmen en uit te rusten als dat kan. Zwem met golven in je rug mee, zodat deze je in de richting van het strand sturen. Golven die terugstromen naar zee zijn te vermoeiend om tegenin te zwemmen dus zodra er golven zijn die richting strand gaan, zwem dan met die golven mee terug naar de kust. Bij eb (afnemend water) zijn de muien het gevaarlijkste. Dan stroomt water terug naar zee en vormt er zich een sterke stroming.


Sterke golven

Als er een sterke zeewind staat kunnen golven aardig hoog worden. Als de zee trekt, omdat water snel terugstroomt, zijn er extra risico's. De golven kunnen je omgooien en de stroom kan je vervolgens meetrekken. Voor ouderen, zwakken of kleine kinderen zijn de risico's nog groter. Als de wind vanaf land te sterk is, en er een gevaarlijke onderstroom en/of branding ontstaat, is het beter om helemaal niet te gaan zwemmen of om alleen heel ondiep te gaan (tot aan de knieën en dieper niet). Hou ook de de vlaggen in de gaten.


Wat zijn zwinnen?

Zwinnen liggen parallel aan de kust en worden met zeewater gevuld bij opkomend water, via muien, en het water loopt ook via de mui weer terug naar zee bij afnemend water. De muien liggen haaks tussen zandbanken in en de zwinnen liggen parallel aan de kust. Zowel bij eb als vloed kan je zwinnen aan de kust aantreffen. De zwinnen lopen vol bij opkomend water (vloed) en ze lopen weer ‘leeg’ bij eb. Het water in zwinnen loopt dus via muien van en naar zee. In zwinnen zie je weinig golven omslaan of je ziet ze later omslaan dan op een zandbank, omdat het water er dieper is. Ook in de mui zie je golven niet overduidelijk omslaan of je ziet ze pas later omslaan. Als zwinnen worden uitgeschuurd bij wind die evenwijdig aan de kust staat, zullen zandbanken hoger worden en de zwinnen dieper. Een bader kan dan (na een al dan niet onzichtbare zandbank te zijn gepasseerd) onverwachts te maken krijgen met zeewater wat veel dieper is dan verwacht.


Vlaggen bij zee, de betekenis (aan de Nederlandse kust)

Op verschillende badplaatsen zijn er vlaggen aan de Nederlandse kust te zien om de badgasten op de (on)veiligheid van de zee te wijzen. Bij zee kan je verschillende kleuren vlaggen aantreffen:
Rode vlag: de zee is te gevaarlijk om in te zwemmen. Het is bij een rode vlag verboden om te baden of te zwemmen.
Rode vlag met blauwe rechthoek: Gevaar om af te drijven. Verboden voor drijfmiddelen wegens gevaar om af te drijven.
Gele of oranje vlag: de zee is onveilig. Zwemmen en baden is gevaarlijk. Mensen mogen niet dieper dan tot aan de knieën het water in.
Groene vlag: er zijn geen bijzondere waarschuwingen. Baden toegestaan. De zee is nooit veilig maar bij een groene vlag zijn de risico’s niet alarmerend.
Witte vlag met vraagteken: Er is een kind vermist of gevonden.


Onweer aan zee

Onweer is een gevaar voor badgasten en zwemmers op het strand. Zodra je onweer ziet of donder in de lucht hoort, of zodra de lucht betrekt en er mogelijk onweer op komst is, verlaat dan zo spoedig mogelijk het water en het strand. In het water en op het strand zijn badgasten uiteraard het hoogste punt en lopen daardoor extra kans geraakt te worden door bliksem.